1

Geef bezorgdheden een plaats

Waarover maakt men zich precies zorgen? Waar de ene zich mogelijks vragen stelt bij de veiligheid of het gebrek aan expertise, ligt de andere misschien wakker van de extra werklast of de specifieke omgang met geïnterneerden. Correcte informatie over internering, de visie achter deze maatregel en kadering van de interne beslissing tot opname kunnen al heel wat bezorgdheden wegnemen.

2

Werk actief rond de individuele voorwaarden

De regels waaraan een geïnterneerde oudere zich bij de verhuis naar een woonzorgcentrum moet houden, verschillen van persoon tot persoon. Deze voorwaarden worden bepaald door de KBM op basis van de situatie.

Deze persoonlijke voorwaarden die voor elke geïnterneerde worden opgesteld, staan centraal gedurende het verdere traject. Het is daarom belangrijk om goed op de hoogte te zijn van deze voorwaarden en deze als belangrijke richtlijnen te hanteren.

Uit de intakeprocedure kunnen suggesties gedaan worden om bepaalde voorwaarden op te nemen. Het is daarom interessant om met de doorverwijzer en justitieassistent in overleg te gaan over welke signalen belangrijk zijn om te herkennen en hoe er best mee omgegaan wordt.

3

Reik duidelijke handvaten aan

Bij het opleiden van medewerkers wordt er best gestart vanuit een brede visie op internering. Daarna is het belangrijk om verder te concretiseren. 

Door medewerkers signalen te leren herkennen en hen duidelijke technieken aan te leren, geef je ze een houvast in de omgang met hun nieuwe doelgroep. Wat is de beste manier van benadering qua aanspreking, oogcontact, aanraking, positionering t.o.v. de persoon? Voor welke signalen moeten ze alert zijn?

4

Integreer stapsgewijs veranderingen

Niet enkel voor het zorgteam, maar ook voor de bewoner is het belangrijk dat veranderingen geleidelijk aan worden geïntegreerd. 

Binnen de forensische zorg wordt vaak stapsgewijs gewerkt waarbij elke stap nadien geëvalueerd wordt. Het is aan te raden om deze aanpak ook in het woonzorgcentrum te hanteren. Denk bijvoorbeeld aan het stelselmatig toelaten van meer vrijheden of een minder strikte dagstructuur en opvolgen wat voor effect deze veranderingen hebben.

5

Bouw kennis op

Een randvoorwaarde voor een succesvolle internering is uiteraard het opbouwen van de nodige kennis. Belangrijke thema’s kunnen zowel tijdens klassieke vormingen als tijdens informele leermomenten aan bod komen.

We onderscheiden noodzakelijke, wenselijke en relevante thema’s (waaronder kennis over het interneringsstatuut, evenwicht afstand – nabijheid en hulpverlenen – controleren, basiskennis psychopathologie, …). De klassieke leermethoden worden idealiter aangevuld met informele leermethoden, die meer ruimte bieden voor reflectie en coaching. Zo kunnen ook meer gevoelige thema’s grondig worden besproken.

In de praktijk zijn onder meer intervisie, supervisie, meevolgen op een afdeling bij de doorverwijzende, forensische voorziening en cliëntbespreking erg leerrijke informele leermomenten.

6

Zorgbuddy

Binnen het team kan een zorgbuddy aangesteld worden met het oog op extra begeleiding en het specifiek forensische aspect binnen de zorgverlening. Deze persoon kan nuttige input geven voor de opvolging van de justitieassistent en kan tevens fungeren als aanspreekpunt voor teamleden bij vragen of problemen.

Dit is een opvolgingsinstrument dat samen met de geïnterneerde persoon wordt opgemaakt. Het plan beschrijft de vroege voortekenen van een crisis en welke acties gesteld kunnen worden om deze crisis te voorkomen.

Wist-je-dat ... binnen de forenische zorg gwerkt wordt met vroeg signaleringsplannen?